HUISWERK

1.VISIE

Onder huiswerk verstaan wij : alle werk thuis ( oefeningen maken, lezen, inoefenen, leren van een les , opzoeken van documentatie)
Huiswerk dient ook om : zelfstandig te leren werken (plannen,zelf een geschikte aanpak vinden, zichzelf evalueren,...) Hierdoor wordt het "leren leren" aangeleerd en/of bevorderd.

Huiswerk kan en mag ook niet losgekoppeld worden van het leerproces dat in de klas gestart is. Een huistaak is dus steeds afgestemd op verworven leerinhouden en moet dus nauw aansluiten bij het klasgebeuren.
Huiswerk legt zo ook een brug tussen school en ouders.

  • De ouders krijgen informatie over wat er aan bod komt in de klas; waar hun kind mee bezig is.
  • Het kan een basis zijn van communicatie tussen school en ouders.
  • Voor kinderen is het belangrijk dat ouders betrokkenheid en interesse tonen voor het schoolleven van hun kind.

Via ons huiswerkbeleid willen we zoveel mogelijk spanningen en conflicten vermijden en inspelen op de individuele behoeften van de leerlingen. Omdat we met ons huiswerk verschillende doelstellingen willen bereiken, engageren wij ons om voldoende diversiteit aan te bieden.
Wij zijn er ons van bewust dat niet alle kinderen gelijk zijn en daarom willen we ook rekening
houden met de individuele verschillen door de huistaken (in de mate van het mogelijke) te
differentiëren. Dit wil niet zeggen dat alle taken gedifferentieerd moeten worden. De klastitularis moet hier oordelen waar en wanneer dit nodig is.
De verwachtingen naar de ouders toe worden eenvoudig en duidelijk verwoord en toegelicht
tijdens de jaarlijkse infoavond. Het schoolteam engageert zich ook om huistaken zo duidelijk mogelijk in de schoolagenda te noteren.
Waar ouders te kort schieten, kan de zorgco hulp bieden.
Bij huiswerk is het niet de kwantiteit maar de kwaliteit die voorop moet gesteld worden.

2. Afspraken binnen de school

Het huiswerk moet naar hoeveelheid en aard aangepast zijn aan de doelgroep.
De tijd die nodig is om het huiswerk te maken zal uiteraard sterk verschillen van kind tot kind. We sterven naar een gemiddelde van 30 minuten per dag.
In de 3de graad kan de studietijd natuurlijk oplopen. Langer dan 1 uur is zeker niet wenselijk.
In de eerste klassen is iedere dag 15 à 20 minuten lezen noodzakelijk. De inbreng van de ouders is hierbij zeker noodzakelijk.
Bij huiswerk zal er ook gedifferentieerd worden. Eenzelfde taak is voor het ene kind een peulschil maar voor een ander kind een avondvullende opdracht. Deze te moeilijke oefeningen zorgen binnen het gezin vaak voor een gespannen sfeer. Dit ondergraaft het zelfvertrouwen van het kind, brengt demotivatie en faalangst met zich mee.
Differentiatie bij huiswerk betekent dat er rekening gehouden wordt met de
problemen en niveauverschillen van de leerlingen. Zo kunnen alle kinderen een
gelijkwaardige inspanning leveren.
Mogelijkheden om te differentiëren bij huiswerk:

  • het aantal oefeningen : bepaalde leerlingen krijgen meer of minder oefeningen
  • verschillende inhoud : bepaalde leerlingen krijgen moeilijkere of gemakkelijkere oefeningen
  • hulpmiddelen gebruiken : sommige leerlingen mogen nog hulpmiddelen gebruiken om een taak te maken ( tafelkaarten, abacus )

Dit wordt soms ook met de ouders besproken.
Het kan dan ook weer niet de bedoeling zijn dat alle taken gedifferentieerd worden.
De klastitularis oordeelt wanneer en hoe vaak dit nodig is.

Het huiswerk is afgestemd op de verworven leerinhoud. Geen nieuwe leerstof meegeven als huistaak.
Voor elk leergebied ( Wiskunde, Taal, Frans, W.O.,...) kan een huiswerk gegeven worden. De titularis beslist wat het huiswerk juist inhoud : schrijfopdracht, lezen, memoriseren,...
Woensdag = huiswerkvrij. Werken met een planning kan wel. Indien er donderdag toets is, staat dit reeds enkele dagen vooraf in de agenda. (Dit past vooral in hogere jaren in het kader van "leren leren")
Voor een vakantie wordt er geen huiswerk gegeven. Opdrachten met als doel "automatiseren" kunnen wel meegegeven worden (samenspraak met ouders).
De leerkrachten nemen voldoende tijd om de agenda te laten invullen en uit te leggen wat er moet gebeuren
De leerkrachten houden er zich aan het huiswerk te verbeteren en indien nodig te bespreken.
De leerkrachten geven feedback bij de huistaken. Ze kunnen een pluimpje geven aan de leerlingen die hun taak goed en/of netjes gemaakt hebben. Ze geven tips aan leerlingen waar de werkmethode nog verbeterd kan worden.
Niet alle huistaken worden aan de leerlingen teruggegeven. Wanneer de leerkracht vaststelt dat de taak door de leerlingen goed is opgelost en de leerlingen hebben reeds voldoende oefenstof in hun werkboek, dan kan de leerkracht beslissen om de taak niet terug te geven. Dit moet dan wel aan de leerlingen gecommuniceerd worden.
Wat doen we als een taak niet gemaakt is
Bij een geldige reden (briefje van de ouders) kan een huistaak wegvallen.
In de klas afwerken (tijdens de speeltijd)
Tegen de volgende dag in orde brengen.

3. Wat verwachten wij van de ouders ?

De ouders zorgen voor een goede werkomgeving (rustige sfeer, voldoende licht, orde, geen of weinig lawaai,...).
De kinderen helpen om op regelmatige tijdstippen aan hun taken te werken (steeds op hetzelfde moment van de dag).
Ook al heb je weinig tijd toch interesse tonen en aanmoedigen.
De ouders proberen elke dag de agenda na te kijken en te ondertekenen. Zo zien ze ook welk huiswerk hun kind die dag had.
In de eerste graad is de inbreng van de ouders van groot belang. Het is echt noodzakelijk dat ze de kinderen helpen bij het lezen, het inoefenen van de bewerkingen en het inoefenen van de maaltafels (2de lj)
Ouders kunnen hun kinderen helpen door :

  • te controleren of het huiswerk gemaakt is.
  • fout(en) aan te duiden en het kind de fout(en) te laten verbeteren.

De ouders doen er ook goed aan om in de agenda of op het huistakenblad
te noteren :

  • wat er moeilijk ging of wat helemaal niet lukte. Zo krijgt de leerkracht een beter beeld van mate waarin de leerstof beheerst wordt. Zelf uitleg geven
  • als het kind onverantwoord lang aan een huiswerk bezig is.

4. Hoe wordt meegedeeld wat er van de leerlingen verwacht wordt, wat ze moeten leren

In het 1ste en 2de leerjaar hebben de kinderen een agendamap.

Bij het begin van de week krijgen ze een huiswerkbundel waarop alle lessen en taken
vermeld zijn voor de volledige week.
De kinderen hebben eveneens een overzichtsblad per week. Hierop noteren de
kinderen a.h.v. pictogrammen wat ze die dag van de week moeten doen in hun
huiswerbundel.
In het 3de en 4de leerjaar hebben de kinderen agenda waarin lessen en taken worden genoteerd. Kleinere toetsen (leerstof van die dag) worden de dag zelf in de agenda genoteerd. Grote "thematoetsen" worden enkele dagen op voorhand ingeschreven zodat de leerlingen kunnen plannen.
In het 5de en 6de leerjaar hebben de kinderen agenda waarin lessen en taken worden genoteerd. Kleinere toetsen (leerstof van die dag) worden de dag zelf in de agenda genoteerd. Grote "thematoetsen" worden enkele dagen op voorhand ingeschreven zodat de leerlingen kunnen plannen.
Een les die ingeschreven staat , kan ook zonder vooraf te verwittigen de dag nadien
overhoord worden.
Uiteraard wordt de agenda in alle leerjaren ook gebruikt om mee te delen wat de kinderen moeten meebrengen tegen een bepaalde dag. (Knutselgerief, geld,...)
Tevens is de agenda ook een communicatiemiddel tussen ouders en leerkrachten.